JOIN heeft een uitgebreide workflow-module. U kunt deze gebruiken om geavanceerde routes te definiëren waarlangs adressen, documenten of dossiers worden afgehandeld. U kunt aan de workflows ook beslissingsmomenten toevoegen. Hiermee beïnvloedt u een registratie. Het beheer van Workflows gebeurt in JOIN Admin. Beschikt u niet over de workflow-module, dan kan gebruik worden gemaakt van de activiteitenoptie.
In JOIN Admin ziet u in de map Processenbeheer drie standaard workflows: adres-, document- en dossierworkflows. Hier kunt u nieuwe workflows toevoegen en bestaande workflows wijzigen. Daarnaast kunnen Gebruikersrollen gedefinieerd worden en checklists gemaakt worden.
Knop | Omschrijving | Toetscombinatie |
---|---|---|
Toon volledige lijst | Alt A | |
Nieuw | Alt N | |
Kopiëren | ||
Workflow importeren | Alt I | |
Workflow exporteren | Alt E | |
Nieuwe groep voor workflows | Alt G | |
Opslaan | Alt S | |
Annuleren | Alt C | |
Verwijder workflow | Alt R |
Bij het maken van een workflow, worden de onderstaande stappen opgenomen:
Let op: vergeet bij het maken van een workflow niet om deze op te slaan!
Na het aanmaken van een nieuwe workflow begint u met het vormgeven van de nieuwe workflow. Aan de linkerzijde van het Center staat verschillende afbeeldingen. Dit zijn de verschillende typen schakels die gebruikt kunnen worden binnen een workflow.
De verschillende schakels die gebruikt kunnen worden binnen een workflow zijn:
1: startpunt 2: behandelen 3: wachtpunt 4: verzamelpunt 5: zet op afgehandeld 6: computeractie 7: checklist 8: subworkflow 9: handmatige beslissing 10: automatische beslissing 11: eindpunt
Het toevoegen van een schakel kan op twee manieren:
Voor iedere schakel geldt:
In de volgende paragrafen wordt toegelicht hoe u de verschillende schakels van de juiste kenmerken voorziet.
Een startpunt wordt automatisch ingevoegd bij het starten van een nieuwe workflow. Mocht u dit per ongeluk verwijderen, dan kunt u met deze schakel het startpunt opnieuw toevoegen. Een workflow kan slechts één startschakel hebben.
U hebt hierbij de volgende keuzemogelijkheden:
Keuzemogelijkheid | Omschrijving |
---|---|
Gebruiker als behandelaar | Kies een gebruiker uit de keuzelijst. |
Behandelaar als hoofdregistratie | De behandelaar wordt opgezocht in de registratie waaraan de workflow in JOIN is gekoppeld. De behandelaar wordt opgezocht in het eerste veld waarin de gebruikerstabel getoond wordt. |
Gebruikersrol als behandelaar | Kies een van de rollen zoals u deze hebt gedefinieerd bij Gebruikersrollen. |
Behandelaar van vorige actie | Deze optie kiest u als u dezelfde behandelaar wilt als bij de vorige workflowstap. |
Gebruikersrol uit registratie | De behandelaar wordt opgezocht in de registratie waaraan de workflow in JOIN is gekoppeld. De behandelaar wordt opgezocht in het eerste veld waarin de gebruikerstabel getoond wordt en is in dit geval geen persoon maar een gebruikersrol. |
Keuzemogelijkheid | Omschrijving |
---|---|
Om de beurt | De gebruikers krijgen om de beurt een actie. |
Leegste wachtrij | De gebruiker met de kleinste werkvoorraad krijgt de actie |
Behandelaar van vorige actie | Hergebruikt het resultaat van het vorige distributiealgoritme voor deze rol. Als de eerste actie op persoon A is gezet met ‘Om de beurt’, kan met ‘Vorige behandelaar’ de daaropvolgende actie ook op persoon A worden gezet. |
Handmatige distributie | Iedereen in de rol krijgt een actie. Zodra iemand de actie afhandelt, verdwijnt de actie uit de lijst van de anderen. |
Iedereen in de rol | Iedereen die in deze gebruikersrol zit krijgt een individuele actie. Zo kunnen meerdere acties tegelijk uitgezet worden en hoeft men niet op elkaar te wachten. De behandelaar van een dergelijke actie kan vanuit de werkvoorraad niet gewijzigd worden. |
Direct aan de rol toekennen | De actie wordt toebedeeld aan een gemeenschappelijk werkvoorraad voor alle leden van de gebruikersrol, zodat inzichtelijk is welke werkvoorraad een team heeft. Een lid van de rol kan de actie oppakken en afhandelen maar kan de actie alsnog doorzetten naar een ander teamlid. |
Met een wachtpunt zorgt u ervoor dat de workflow tijdelijk stilstaat. Voorbeelden van gebruikstoepassingen:
Werkwijze:
Keuzemogelijkheid | Geeft |
---|---|
Tot | Met behulp van de kalender kunt u een datum selecteren om aan te geven tot wanneer de workflow stil moet staan. |
Dag/uur/min | Voer het aantal dagen, uren en minuten in. Geef eventueel aan dat het om werkdagen gaat. |
Tot volgende | Selecteer de dag van de week waarop de workflow weer verder moet gaan. |
Tot dag nummer | Geeft het dagnummer aan. |
Tot volgende …. Van de maand | Hier kunt u een speciale dag van de maand kiezen, bijvoorbeeld de tweede zaterdag. |
Tot datum uit registratie | Hier kunt u de wachtschakel laten kijken naar een datum in de registratie. |
Met een verzamelpuntschakel kunt u meerdere wegen samenvoegen. Let op: de workflow gaat pas verder na het verzamelpunt als alle ‘inkomende’ schakels zijn afgehandeld. Zo kunt u bepalen dat een aantal taken voor het verzamelpunt eerst parallel afgehandeld worden en een actie na het verzamelpunt pas gestart wordt als al het voorwerk gedaan is. U kunt voor deze schakel eventueel aangeven wat de status van deze stap in de workflow na verzamelen moet zijn.
Als de laatste acties in een proces informatief zijn, dan kunt u met de schakel Zet op Afgehandeld het proces eerder afhandelen. Voeg deze toe aan de workflow.
De ‘datum afgehandeld’ wordt dan al ingevuld voordat de laatste acties zijn afgehandeld. De overige stappen zijn dan informatief.
Met een schakel Computeracties kunt u vanuit de workflow geautomatiseerde acties laten uitvoeren. Zo is het mogelijk om automatisch bestanden te laten aanmaken, mailings te versturen, registraties aan te maken en te wijzigen. Ook is het mogelijk om acties uit te laten voeren door een applicatie die aan Join Zaak & Document gekoppeld is.
Typen computeracties:
De volgende standaardacties zijn beschikbaar:
Hiermee is het mogelijk om (in bestaande registratie of via een nieuwe registratie) een bestand toe te voegen (en bijvoorbeeld automatisch te versturen). Dit kan met zowel een samenvoegbestand (een sjabloon) als met een regulier bestand (bijvoorbeeld een PDF-bestand).
Hiermee worden automatisch registratiegegevens samengevoegd met een sjabloon en het resultaat wordt aan een registratie gekoppeld. Zo kan bijvoorbeeld automatisch een ontvangstbevestiging worden aangemaakt. Bij een documentworkflow kunt u aangeven of het bestand als een nieuwe registratie aangemaakt moet worden. Vinkt u deze mogelijkheid aan, kunt u vervolgens het documentboek selecteren waarin de nieuwe registratie (automatisch) geregistreerd moet worden. Vinkt u deze optie niet aan, dan wordt het bestand gekoppeld aan de bestandentab van het document waarop de workflow gestart is. U kiest een sjabloon waarmee de registratiegegevens samengevoegd moeten worden. En tot slot kunt u een adresrol kiezen die relevant is voor de betreffende computeractie.
Door deze optie te selecteren kan automatisch een e-mail worden verstuurd op basis van een e-mailsjabloon. Er wordt dan een e-mail aangemaakt en verzonden aan geadresseerden die gekoppeld zijn aan de registratie waarop de workflow is gebaseerd. Zo kan bijvoorbeeld automatisch een ontvangstbevestiging in de vorm van een e-mail verzonden worden.
Bij een documentworkflow kunt u aangeven of de HTML mailing als een nieuwe registratie aangemaakt moet worden. Vinkt u deze mogelijkheid aan, kunt u vervolgens het documentboek selecteren waarin de nieuwe registratie (automatisch) geregistreerd moet worden. Vinkt u deze optie niet aan, dan wordt de mail gekoppeld aan de bestandentab van het document waarop de workflow gestart is. Kiest u ervoor aan een bestaande registratie te koppelen, dan kunt u aan de mailing ook automatisch bestanden toevoegen. Plaats daarvoor een vinkje achter Voeg bestanden bij.
In het veld Weergavenaam kunt u aangeven welke naam de afzender te zien krijgt, bijvoorbeeld Decos Customer Support. In het veld Antwoord aan kunt u het e-mailadres invullen dat gebruikt moet worden om eventuele reacties naar toe te sturen, bijvoorbeeld customersupport@decos.com En ook kunt u het onderwerp aangeven, dat in de uiteindelijke mailing weergegeven wordt. U kiest een HTML sjabloon welke gebruikt moet worden bij deze actie. En tot slot kunt u aangeven of de mailing toegestuurd moet worden aan een Adresrol.
Met deze standaardactie kan een willekeurig veld in een registratie vanuit de workflow gewijzigd worden. Zo kan bijvoorbeeld een behandelaar gewijzigd worden, de bewaartermijn, doorlooptijden of de verwachtte einddatum.
Achter het veld Profiel selecteert u het itemprofiel waarin de veldwaarde staat die gewijzigd moet worden. Vervolgens kiest u het veld dat aangepast moet worden. Wilt u dat er een macro toegepast wordt, dan vinkt u deze optie aan. Met een macro is het bijvoorbeeld mogelijk om de wijziging te laten plaatsvinden op basis van een berekende waarde zoals het verschuiven van een einddatum. Na het aanvinken van deze optie voert u de macro in het veld Veldwaarde in. Kiest u niet voor een macro, dan vult u achter veldwaarde een waarde uit een tabel kiezen.
Door deze standaardactie te selecteren kan het registreren zelf geautomatiseerd worden. De workflow kan hierdoor in een gekozen boek een registratie aanmaken en een nieuwe workflow opstarten. Toepassingsmogelijkheden voor deze standaardactie zijn o.a. vanuit een documentworkflow een nieuwe workflow starten bij een bezwaarschrift of om vanuit een dossier via een workflow een ander dossier aan te maken. Zo kunnen complexe zaken opgesplitst worden of klachten die tijdens een behandeling worden geuit als aparte meldingen parallel aan de hoofdzaak worden behandeld.
Selecteer het Boek waarin de registratie aangemaakt moet worden. U kunt de registratie aanmaken in een Adresboek, een documentboek of een dossierboek. Daarna kiest u de workflow die opgestart moet worden.
Ongeacht de uitkomst van een standaardactie of beschikbaarheid van de andere applicatie, wordt een computeractie altijd direct afgehandeld.
Met deze standaardactie is het mogelijk om een bestand te maken op basis van een sjabloon of op basis van een normaal bestand (dat niet wordt samengevoegd). Allereerst dient het sjabloon of bestand beschikbaar te zijn in het onderdeel “sjablonen”.
Vervolgens kan het sjabloon/bestand worden geselecteerd bij de eigenschappen van de computeractie. Ook kan worden gekozen voor het aanmaken van een nieuwe documentregistratie in een (zaak)documentboek.
Schakel: Checklist
U kunt als schakel een checklist invoegen waarmee het mogelijk is dat een behandelaar in JOIN een overzicht van meerdere acties op het scherm krijgt en deze door vinkjes te plaatsen in 1 keer kan afhandelen. Voor u gebruik kunt maken van de schakel Checklist, dient u eerst een checklist gemaakt te hebben. Hoe u dit doet, wordt elders in deze handleiding beschreven.
Keuzemogelijkheid | Omschrijving |
---|---|
Gebruiker als behandelaar | Kies een gebruiker uit de keuzelijst |
Behandelaar uit de hoofdregistratie | De behandelaar wordt opgezocht in de registratie waaraan de workflow in JOIN is gekoppeld. De behandelaar wordt opgezocht in het eerste veld waarin de gebruikerstabel getoond wordt |
Gebruikersrol als behandelaar | Kies een van de rollen zoals u deze hebt gedefinieerd bij Gebruikersrollen. |
Behandelaar van vorige actie | Deze optie kiest u als u dezelfde behandelaar wilt als bij de vorige workflowstap. |
Gebruikersrol uit registratie | De behandelaar wordt opgezocht in de registratie waaraan de workflow in JOIN is gekoppeld. De behandelaar wordt opgezocht in het eerste veld waarin de gebruikerstabel getoond wordt en is in dit geval geen persoon maar een gebruikersrol |
Keuzemogelijkheid | Omschrijving |
---|---|
Om de beurt | De gebruikers krijgen om de beurt een actie. |
Leegste wachtrij | De gebruiker met de kleinste werkvoorraad krijgt de actie. |
Behandelaar van vorige actie | Hergebruikt het resultaat van het vorige distributiealgoritme voor deze rol. Als de eerste actie op persoon A is gezet met ‘Om de beurt’, kan met ‘Vorige behandelaar’ de daaropvolgende actie ook op persoon A worden gezet. |
Handmatige distributie | Iedereen in de rol krijgt een actie. Zodra iemand de actie afhandelt, verdwijnt de actie uit de lijst van de anderen. |
Iedereen in de rol | Iedereen die in deze gebruikersrol zit krijgt een individuele actie. Zo kunnen meerdere acties tegelijk uitgezet worden en hoeft men niet op elkaar te wachten. De behandelaar van een dergelijke actie kan vanuit de werkvoorraad niet gewijzigd worden. |
Direct aan de rol toekennen | De actie wordt toebedeeld aan een gemeenschappelijk werkvoorraad voor alle leden van de gebruikersrol, zodat inzichtelijk is welke werkvoorraad een team heeft. Een lid van de rol kan de actie oppakken en afhandelen maar kan de actie alsnog doorzetten naar een ander teamlid. |
U kunt een subworkflow toevoegen aan een workflow waardoor, afhankelijk van een gekozen beslissing, een nieuw proces opgestart wordt.
Voeg een subworkflowschakel toe aan de workflow. Zodra u op de schakel klikt, ziet u boven de schakel al direct de tekst “Registreer in en start”.
Deze details kunt u aan de rechterzijde van het scherm invullen.
Kies het boek waaraan de subworkflow gekoppeld moet worden. U kunt hiervoor gebruik maken van het uitrolpijltje achter het veld.
Kies de workflow waar deze subworkflow een onderdeel van uit dient te maken. U kunt alleen een workflow selecteren als u bij de vorige stap een boek heeft geselecteerd waaraan een workflow is gekoppeld.
Een handmatige beslissing wordt door een gebruiker gemaakt (kan ook via gebruikersrol worden verdeeld) op basis van waarden uit een in JOIN gedefinieerde tabel.
In het veld achter Behandelaar type kunt u volgende keuze maken:
Eerder in deze handleiding zijn bovenstaande typen uitgelegd. Heeft u gekozen voor Gebruikersrol, dan moet u ook een Distributiemethode kiezen. Deze zijn ook eerder in deze handleiding uitgelegd.
Een automatische beslissing wordt door JOIN gemaakt op basis van door u ingegeven condities voor veldwaarden van het document, dossier of adres waar deze workflow aan gekoppeld wordt.
XSD Schema
Kiest u voor XSD schema, dan kunt u via de knop achter Beslissing invullen op welke conditienaam u wilt gebruiken, wat het XSD schema is dat waarop de conditie van toepassing is (bijvoorbeeld ZTC-Gemma of DSP-VHIC). Daarna kan extra itemdata gedefinieerd worden. U kunt hiervoor een zogenaamde XPath waarde invoeren of een complete query zodat specifieke informatie opgevraagd kan worden uit XML-documenten, zoals de informatie van de boomstructuur of de deelpaden ervan.
Itemprofiel
Kiest u als Filtertype voor Profiel, dat kiest u daarna bij Profiel het itemprofiel waarop de beslissing van toepassing is.
Let op: als u bij stap 6 als type vergelijking hebt gekozen voor ‘Lijkt op’, dan kunt u het procentteken (%) gebruiken als ‘wildcard’. ‘Plaats’ lijkt op ‘Amst%’ betekent dat zowel Amsterdam als Amstelveen als bezoekwoonplaats de conditie als ‘waar’ laten terugkomen.
Een eindpuntschakel geeft aan dat de workflow in zijn geheel is afgehandeld. Een eindpunt kan verder niet ingesteld worden. U kunt hier alleen het resultaat na afhandleen en de status na afhandelen selecteren. U plaatst een eindpunt in de workflow door het eindpuntpictogram het ontwerpblad in te slepen. Er kunnen meerdere eindpunten in een workflow aanwezig zijn.
U kunt verbindingen tussen schakels op twee manieren verwijderen:
Alle verbindingen met één object verwijderen:
Verwijder specifieke verbinding:
Klik op de schakel die u wilt wijzigen. Aan de rechterzijde verschijnt het scherm waarin u de details van deze schakel heeft vastgelegd. Klik in het menu onder de schakel op de potlood ‘Verander naar een ander type workflow schakel’. Kies de schakel waarin u de huidige schakel in wilt wijzigen. U kunt de nieuwe waarden invullen. Als u een beslissingsschakel wijzigt, worden de verbindingen die naar deze beslissing lopen ongeldig.
U kunt schakels ook kopiëren. Bijvoorbeeld om een tweede behandelingschakel te maken met dezelfde actiecode en doorlooptijd, maar met een andere behandelaar.
De exportfunctie is handig als u een workflow wilt verplaatsen van een test- naar een productieomgeving. Ook als u een drastische wijziging wilt aanbrengen in een workflow die al in gebruik is, is het aan te bevelen om een reservekopie te maken.
Om een workflow te exporteren gaat u als volgt te werk:
Het venster Workflow exporteren verschijnt.
Om een workflow te importeren, gaat u als volgt te werk:
Wilt u Administratorniveau beheerrechten geven op een workflow, dan kunt u dit aangeven op het tabblad Administratorniveaus. Op het tabblad zijn twee hyperlinks zichtbaar: Gekoppelde administratorniveaus en Beschikbare administratorniveaus. Achter deze hyperlinks staat een cijfer tussen haakjes, waarmee aangegeven wordt hoeveel niveaus al gekoppeld zijn en dus beheerrechten hebben en hoeveel niveaus in totaal beschikbaar zijn maar nog geen beheerrechten hebben. Door op een hyperlink te klikken, of door op de pijltjesicoon voor de link te klikken, worden alle Administratorniveaus uit de betreffende categorie zichtbaar.
Administrator niveaus koppelen:
Een Administratorniveau ontkoppelen:
U kunt een koppeling ook tot stand brengen door een beschikbaar administratorniveau te verslepen naar de gekoppelde niveaus. En door een gekoppeld niveau te verslepen naar de beschikbare niveaus ontkoppelt u deze.
Het kan zijn dat de lijst met beschikbare workflows erg lang is. Om te zorgen dat deze overzichtelijk blijft, kunt u deze ordenen in groepen.
Vervolgens gaat u workflows onderbrengen in een groep door middel van slepen:
Gebruikersrollen zijn rollen van groepen gebruikers die u als groep een actie kunt toekennen in de workflow-module.
Knoppenbalk bij gebruikersrollen:
Knop | Omschrijving | Toetscombinatie |
---|---|---|
Toon volledige lijst | Alt A | |
Nieuw | Alt N | |
Nieuwe groep voor gebruikersrollen | Alt G | |
Opslaan | Alt S | |
Annuleren | Alt C | |
Verwijder gebruikersrol | Alt R |
Een Gebruiker ontkoppelen:
Zoeken naar een Gebruiker:
Het kan zijn dat de lijst met beschikbare gebruikersrollen erg lang is. Om te zorgen dat deze overzichtelijk blijft, kunt u deze ordenen in groepen.
Vervolgens gaat u gebruikersrollen onderbrengen in een groep door middel van slepen:
Knop | Omschrijving | Toetscombinatie |
---|---|---|
Toon volledige lijst | Alt A | |
Nieuw | Alt N | |
Nieuwe groep voor checklists | Alt G | |
Opslaan | Alt S | |
Annuleren | Alt C | |
Verwijder checklist | Alt R |
Het maken van een checklist
Het maken van een checklist gaat als volgt:
Instellingen
Door op de zwarte knop met de drie puntjes te klikken kunt u per regel bepaalde instellingen meegeven.
Namelijk: