Hier kan worden gekozen voor ‘Koppelen’, ‘Uploaden’ of ‘Beide’.
Aan de voorkant is dit op de volgende manier te zien (zie: afb.).

Hier staat het pad naar het mapje dat de geüploade bestanden bevat op de server. Dit is bijvoorbeeld: ‘C:\JOINKLANTCONTACT\Files’.
Hier staat het pad naar het mapje dat de bestanden bevat op de server die kunnen worden gevonden met het koppelen. Dit is bijvoorbeeld: ‘C:\JOINKLANTCONTACT\Files’.
Als het pad van de bestandslocatie gelijk is aan het pad van de gedeelde locatie voor bestanden, dan kunnen geüploade bestanden ook worden gevonden via ‘koppelen’.
Hier kan extra logging worden geactiveerd om de oorzaak van een probleem beter te kunnen achterhalen. Deze instelling kan het beste op ERROR staan als er niet actief onderzoek wordt gedaan.
Deze instelling bepaald hoeveel bestanden er in één keer worden geladen tijdens het zoeken in alles. Het laden gebeurt in delen, dus er kunnen wel meer worden weergegeven dan dit aantal. De instelling kan naar beneden worden aangepast als de individuele bestanden enorm veel data bevatten. Standaard staat deze instelling op 20 en als er geen aanleiding is om het aan te passen, dan is het aan te raden om dat aan te houden.